Geen armoede


Wereldwijd is het aantal mensen dat in extreme armoede leeft gedaald van 26 procent in 1990 naar 10 procent in 2015. Echter neemt de snelheid waarmee extreme armoede minder wordt af. De COVID-19 crisis vergroot het risico op het ongedaan maken van decennia met vooruitgang in de strijd tegen armoede.

De economische gevolgen van de pandemie kunnen wereldwijd armoede doen toenemen met een half miljard mensen, of 8 procent van de wereldbevolking. Het zou voor het eerst zijn sinds 1990 dat armoede toeneemt in de wereld. De duurzame ontwikkelingsdoelen richten zich desalniettemin nog steeds op het elimineren van extreme armoede bij 2030.

Vandaag de dag leven meer dan 700 miljoen mensen nog steeds in extreme armoede. Dit bekenent dat ze niet meer dan €1,50 te besteden hebben. Ze hebben dus moeite om in de meest basale levensbehoeften te voorzien – zoals gezondheidszorg, onderwijs, en toegang tot water en sanitaire voorzieningen. Het grootste deel van de mensen dat leeft van €1,50 per dag of minder woont in Afrika ten zuiden van de Sahara. In landelijke gebieden is het armoedecijfer 17 procent, meer dan drie keer zo hoog als in stedelijke gebieden.

Voor mensen met een baan betekent het hebben van inkomen niet persé dat ze in hun levensonderhoud kunnen voorzien. In 2018 leefde 8 procent van de mensen met een baan, en hun families, in armoedige omstandigheden. Een op de vijf kinderen leeft in extreme armoede. Sociale bescherming voor kinderen en andere kwetsbare groepen is noodzakelijk in de strijd tegen armoede.